Nagels zijn de spiegel van je gezondheid,….
 

Schimmelnagel


Infecties aan de nagels komen vaak voor.

De allerbekendste is wel de schimmelnagel. In de volksmond wordt deze ook wel ”kalknagel” genoemd vanwege de witgele kleur die de nagel krijgt.

De medische term voor schimmelnagel is onychomycose.  Mycose beteken schimmel en onycho verwijst naar de nagel.

De verwekker van de bekende schimmelnagel is een schimmel met de naam trichophyton rubrum.

 

Nagelziektes

ONYCHOPATHIE/ONYCHOSEN

Algemene term voor ziekten/afwijkingen aan de nagel.

 

ANONYCHIA

(Congenitaal) ontbreken van nagels.

 

HYPONYCHIA

Onvolgroeide nagels.
KOILONYCHIA (lepeltjesnagels)

Concave (lepeltje) nagels aan enkele vingers, vaak dunne nagels met onychorrhexis. Geassocieerd met: ijzergebreksanemie, en Raynaudfenomeen. Ook t.g.v. mechanische invloeden; kan ook erfelijk voorkomen.

 

NAIL-PATELLA SYNDROOM

Autosomaal dominant syndroom, combinatie van nageldystrofie (anonychia, hyponychia, onychoschizis, lunula triangularis), aplasie of hypoplasie v.d. patella en andere botafwijkingen, afwijkingen v.d. tractus urogenitalis, oogafwijkingen, en hyperhidrosis palmoplantaris.

 

ONYCHIA PUNCTATA (putjesnagels)

Komt voor bij psoriasis. 
ONYCHO-ATROPHIA, ONYCHOTROPHIA (atrophia unguium, ontontwikkelde of misvormde nagel)

Smalle, kleine of misvormde nagels. Bij arteriëel vaatlijden, thromboangiïtis obliterans, Raynaud fenomeen, hyperthyreoïdie, cachexie, neurologische afw., lichen planus, Syndr. v. Netherton, Neotigason, Roaccutane.

 

ONYCHOAUXIS

Verdikking van de nagelplaat zonder verdere afwijkingen.

 

ONYCHODYSTROPHIA MEDIANA CANALIFORMIS

Longitudinale depressie, onregelmatige groef midden in de nagel, soms met onycholysis canaliformis. Meestal in de duimnagels. Congenitaal, traumatisch, na ontstekingen. .

 

ONYCHOGRYPHOSIS (claw nail).

Abnormale verdikte, te lange en harde nagel, die met een bocht uitgroeit. Wegfrezen of extraheren.

 

ONYCHOKERATOSE / HYPERKERATOTISCHE NAGELS

Verdikking van de nagelplaat. Niet-specifiek symptoom, o.a. bij psoriasis.

 

ONYCHOLYSIS (SEMILUNALIS) (partiële loslating v.d. nagel)

Meestal distaal loslatend (onycholysis semilunaris). Vaak door subunguale maceratie door langdurige inwerking van water en detergentia, ook door mechanische belasting. Soms ontstaan smalle longitudinale holten (onycholysis canaliformis). Ook na trauma en hematomen. DD: psoriasis, onychomycose, bacteriëel.
ONYCHOMADESIS (onycholysis totalis, totale loslating v.d. nagel)

Meestal snel ontstaand, na trauma, hematoom, ontsteking. Ook bij alopecia areata, roodvonk, lichen planus, erytrodermie, phototoxische reactie (tetracycline), Lyell’s syndroom.

 

ONYCHOPATHIE: ECTODERMALE DYSPLASIE

Bij ectodermale dysplasie kunnen de nagels dun zijn, langzaam groeien, en niet reiken tot de vingertop.

 

PLATYONYCHIA

Vlakke nagel, geen bolling; vaak door subunguale hyperkeratose.

 

PSEUDOMONAS PYOCYANEUS (groen of bruinzwarte dyschromie + onycholysis).

Pseudomonas in een nagel is meestal secundair aan andere nagelafwijkingen zoals een onychomycose of een onycholysis. Een gezonde nagel raakt niet zo makkelijk geïnfecteerd. Pseudomonas infectie komt ook voor onder kunstnagels en plaknagels, verspreiding op afdelingen via verplegend personeel met kunstnagels is beschreven.

 

 

Pseudomonas nagel Pseudomonas nagel


PTERYGIUM

Nagels waarbij de nagelplaat beschadigd is, soms in twee losse delen doorgroeit, gescheiden door een bandje geëpithelializeerd nagelbed (bij lichen planus en Zinsser-Cole-Engman syndroom.

 

PTERYGIUM INVERSUM UNGUIS

Verdwijning subunguale groeve, prominentie v.h. hyponychium. Zeldzaam. Ook bij sclerodermie.

 

RACKET NAILS

Korte, brede nagels, distale phalanx is ook verbreed en tekort. Autosomaal dominant. Vooral bij vrouwen.

 

YELLOW NAILS

Alle of enkele nagels zijn verdikt, geelgroen, en groeien traag of niet. De lunula is niet meer zichtbaar. Onycholysis kan optreden. Geassocieerd met chronische bronchitis, bronchectasieën, lymfafvloedbeperking.

 

ONYCHOPHAGIE (nagelbijten)

 

ONYCHORRHEXIS (smalle longitudinale groeven, en abnormale kwetsbaarheid v.d. nagel).

Komt congenitaal voor (zeldzaam). Meestal t.g.v. oplosmiddelen (zeep, alcohol, aceton). Ook bij hyperthyreoïdie, vitamine A of B deficiëntie, ondervoeding, ijzertekort, calciumtekort, en e.c.i.

 

ONYCHOSCHIZIS, ONYCHOSCHIZIA

Horizontale, lamellaire splijting v.d. top v.d. nagelplaat. Oorzaak onbekend, waarschijnlijk traumatisch, misschien door nailpolish, of ijzergebrek.

 

ONYCHOTILLOMANIE

Diverse oppervlakkige tot totale beschadigingen v.d. nagelplaat door pulken/ticks.